Grijze garnalen

De Noordzeegarnaal of grijze garnaal (Crangon crangon) is een kreeftachtige uit de orde van tienpotigen en is in Nederland en België de bekendste garnalensoort. De lengte is ongeveer 5 tot 7, maximaal 9 centimeter en de kleur is grijs tot bruin met een onregelmatige vlekjestekening. De garnaal kan van kleur veranderen om zich aan te passen aan de ondergrond en is dan nagenoeg onzichtbaar.

 

De Noordzeegarnaal komt veel voor in kustwateren met een zanderige tot slibberige ondergrond.

 

De Belgische kustplaats Oostduinkerke is de enige ter wereld waar paardenvissers worden gebruikt als hulpmiddel bij de garnaalvisserij. De vissers te paard zijn wereldberoemd. Steeds opnieuw brengen ze een indrukwekkend schouwspel van een vrij eigenaardige visserijmethode die vroeger over heel de Vlaamse kust beoefend werd, maar die tot op vandaag enkel in Oostduinkerke standhield.

 

Ook per boot worden garnalen gevangen. Garnalenkotters zijn boten die speciaal uitgerust zijn om garnalen te vangen. Je herkent ze meteen aan hun sleepnetten aan twee zijden. Aan de onderzijde van de sleepnetten zit een klossenpees, een rij van rubberen 'wielen' die over de zeebodem rijdt. Door het gedaver op de bodem schrikken de garnalen op en verlaat ze hun schuilplaats in het zand... om dan recht in de netten te komen.

 

Eens aan boord worden de garnalen gezeefd en gecontroleerd. Ondermaatse garnalen gaan terug het water in, de rest wordt gespoeld en vliegt meteen in een enorme kookpot met schoon zeewater. Na vijf minuutjes pruttelen worden de garnalen – ondertussen met een bruin jasje - gekoeld opgeslagen. Eens aan wal worden de garnalen naar pelstations gevoerd en vakkundig met de hand gepeld.

 

Over 't algemeen eten we enkel de staart van de garnaal op. Na het pellen hou je dus veel afval over: 2/3 van het gewicht ongeveer. Daar kan je een heerlijke visbouillon van trekken. 

 

Verse garnalen kan je herkennen aan een krokant panster en een mooie glans.

 

Bron: VTM koken