Nootmuskaat

Gebruikte delen:
Zaadkern, zaadrok.

Eigenschappen:
Krampwerend, braakonderdrukkend, ontstekingsremmend, bevordert de eetlust, windverdrijvend, stimuleert de spijsvertering, verwarmend.

Arabische handelaren brachten in de 11e eeuw voor het eerst nootmuskaatbomen vanuit het oosten naar Europa. Tot omtrent 1770 was het kweken van de bomen in het westen echter nog weinig succesvol. Nootmuskaat is eigenlijk het zaad zelf van de boom, terwijl foelie – dat eveneens gebruikt wordt als keukenspecerij – de zaadrok is.
Het kruid kent een lange geschiedenis als specerij, maar is feitelijk een tamelijk krachtig hallucinogeen en slaapverwekkend middel. Gevallen van delirium ten gevolge van bovenmatige consumptie werden als in 1576 gemeld. Het heeft ongetwijfeld het nodige bijgedragen aan de reputatie die nootmuskaat ten onrechte geniet als vruchtafdrijvend middel. 18e-eeuwse kruidenboeken vermelden gevallen van doezeligheid en delirium na doseringen van ongeveer 7 g.
Het kruid vormt een bestanddeel van digestieve middelen tegen misselijkheid, een opgeblazen gevoel, indigestie en koliek. Nootmuskaat werd ook gebruikt tegen diarree en dysenterie en ooit kauwden naar het noorden zeilende matrozen erop als stimulerend middel tegen verkoudheid en zeeziekte. De essentiële olie kan, uitwendig gebruikt, spierpijn en andere pijnen verlichten en vindt daarnaast in veel delen van het oosten traditioneel toepassing bij buikmassages, hoofdzakelijk wanneer ze gedaan worden voor het stillen van pijn, waaronder menstruatiepijnen.
Wat versgeraspte nootmuskaat over banaan, melkpudding of ontbijtpap kan misselijkheid en braken tegengaan en tevens kalmerend werken (de dagelijkse dosis mag echter niet boven 1 g uitkomen). Bovendien kan nootmuskaat hoofdpijn verlichten en door spanning verstijfde nekspieren ontspannen. Een eigengemaakte tinctuur in druppeldosis is daarvoor een beproefd middeltje.

Waarschuwing:
Te veel nootmuskaat veroorzaakt hoofdpijn, duizeligheid en delirium.