Tijm
Gebruikte delen:
Bovengrondse delen, essentiële olie.
Eigenschappen:
een antibiotisch, antiseptisch, krampwerend en antimicrobieel kruid met hoeststillende, samentrekkende, windverdrijvende, urine- en slijmdrijvende eigenschappen, daarnaast een wondkruid: plaatselijk – rood makend.
Zoals vele culinaire kruiden is tijm een verzachting digestivum, dat de spijsvertering bij de verwerking van vet voedsel kan stimuleren. De plant (met name de olie) is buitengewoon ontsmettend en een uitstekend slijmoplossend middel. Dankzij haar antibacteriële werking kan ze ingezet worden in de strijd tegen borstinfecties.
Tijm is een van de populairste kruidentuinplanten met ongeveer 40 cultivars, die gemakkelijk verkrijgbaar zijn bij de gespecialiseerde kwekerij. Veel daarvan hebben een karakteristiek aroma en worden enorm geapprecieerd door koks. De tuin- of echte tijm is de gecultiveerde vorm van de wilde tijm, die wel 'de moeder van tijm' wordt genoemd, mogelijk vanwege haar traditionele gebruik bij menstruatiestoornissen. De botanische naam van de wilde tijm is afgeleid van haar kruipende of slangachtige groeipatroon en Plinius beval ze – volstrekt overeenkomstig de signaturenleer – aan als een tegengif bij slangenbeten en het 'vergift van zeedieren'. De Romeinen verbrandden de plant ook in het geloof dat de dampen schorpioenen en 'al dergelijke schepselen' verdreven.
Als een antiseptisch slijmdrijvend middel is echte tijm nuttig in hoestsiropen. Ze combineert goed met heemst of zoethout. Drink tijmthee als een tonicum bij uitputting of voor het reguleren van de spijsvertering. De verse blaadjes kunnen verkruimeld en op minder ernstige wonden en wratten aangebracht worden. De aromatherapie gebruikt de olie bij spierpijn, pijn en stijfheid. Ze kan ook aan het bad worden toegevoegd om uitputting te bestrijden. Doe 10 druppels olie in 5 ml amandelolie en wrijf daarmee zacht pijnlijke ledematen in.