Advies bij slik- en kauwproblemen

 

 

De verschillende slikniveaus

 

Slikniveau 1    laag, de patiënt verslikt zich soms, 1 op 5 keer, in een slok koud water.

Slikniveau 2    middelmatig, de patiënt verslikt zich regelmatig, 3 op 5 keer, in een slok koud water.

Slikniveau 3    hoog, de patiënt verslikt zich meer dan 3 op 5 keer in een slok koud water. 

Slikniveau 4    voortdurend. Voeding via sonde.

 

De 10 geboden voor patiënten met een eet- en slikproblematiek bij het eten en drinken

1. Neem plaats aan tafel in een goed rechtop zittende houding, met rug- en voetensteun.

2. Leer ruiken aan het gerecht voor je de eerste hap in de mond steekt. Dit bevordert de eetlust.

3. Eet geen pikante gerechten (pikante gerechten kunnen de keelholte extra prikkelen en als dusdanig de kans op verslikken vergroten).

4. Vermijd erg koude drankjes en spijzen.

5. Neem kleine happen en kleine slokken.

6. Vermijd het gebruik van rietjes. Bij het niet krachtig genoeg zuigen, komt de vloeistof mogelijk onregelmatig door en dus soms te weinig, wat de kans op verslikken vergroot. Te hard zuigen, waardoor de straal van vloeistof door het smalle rietje te hevig en te diep in de keelholte terechtkomt, vergroot eveneens het risico op verslikken.

7.  Laat, zowel voor als tijdens het slikken, je kin op je borst rusten.

8. Slik, tussen de happen door, regelmatig een extra keer je speeksel in. 

9. Blijf na de maaltijd nog even rechtop zitten.

10. Zorg ervoor dat je mond volledig leeg is voor je de tafel verlaat. Een goede mondhygiëne bevordert de gevoeligheid en smaak in de mond.