Gezonde voeding

Om je goed te voelen heb je energie en essentiële voedingsstoffen nodig die we uit onze voeding halen. Eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen zijn voedingsstoffen die in voedings-middelen zoals vlees, brood, groenten, fruit, zuivel-producten, … aanwezig zijn. 

Door het kauwen in de mond wordt de voeding verkleind en vermengd met speeksel. Dit is een eerste belangrijke stap in het verteringsproces van koolhydraten. Na het slikken komt het voedsel in de maag waar het verteringsproces begint. Door de vertering van het voedsel in het maag- en darmstelsel komen de voedingsstoffen in de bloedbaan terecht en via deze weg worden alle vitale lichaamsdelen en organen van de levensnoodzakelijke voedingsstoffen voorzien. 

Door voedsel te bereiden wordt het vaak beter verteerbaar, maar kunnen er ook belangrijke voedingsstoffen, in het bijzonder vitaminen, verloren gaan. Wanneer het voedsel nadien nog geplet, gemixt of vermalen wordt (soms noodzakelijk om het kauwen en slikken te vergemakkelijken) kan er nog meer verlies optreden en is het risico op versneld bederf groter. Het pletten of mixen komt de smaak en het uitzicht van de voeding ook niet altijd ten goede, wat niet bevorderlijk is voor de eetlust en finaal, na langdurige continue toepassing, tot een tekort aan bepaalde voedingsstoffen kan leiden.

 

         

          

Hier geldt maar één stelregel: eet gevarieerd. Er bestaat geen enkel voedingsmiddel waarin alle voor onze gezondheid noodzakelijke voedingsstoffen in voldoende mate aanwezig zijn. Ook bijvoorbeeld moedermelk is geen ‘volledig’ voedingsmiddel.

Als leidraad voor een gezond voedingspatroon wordt de actieve voedingsdriehoek gebruikt (zie afbeelding). Meer informatie hieromtrent, hoe de voedingsdriehoek te gebruiken, welke voedingsmiddelen meer of minder gebruiken, kan je terugvinden op de website www.vigez.be/voedingsdriehoek.Het is de bedoeling dat dagelijks levensmiddelen uit ieder vak gegeten worden, behalve uit de restgroep bovenaan de driehoek. Hoe groter (kleiner) het vak, hoe meer (minder) er moet van gebruikt worden: dus op de eerste plaats komen water en zetmeelproducten en in mindere mate vetten en eiwitten. In de restgroep zitten producten die we niet absoluut nodig hebben, daarom zit de restgroep niet vast aan de voedingsdriehoek.

Over de voedingsdriehoek meer in volgend hoofdstuk.